Vullen CV-installatie – Van Kooten Dak- en Installatiebedrijf
Ga naar de inhoud
Vullen CV-installatie
De waterdruk van de cv-installatie moet (in afgekoelde conditie) tussen de 1,8 en 2.0 bar staan. Indien de waterdruk te hoog is, moet u de druk verlagen door water uit de installatie te laten ontsnappen. Als de druk te laag is, moet de cv-installatie bijgevuld worden. Zie onderstaande instructie:
Haal de stekker van de cv-ketel uit het stopcontact en wacht tot de cv-installatie afgekoeld is.
In de buurt van de vulkraan vindt u een waterkraan. Hier sluit u de vulslang op aan.
Laat voorzichtig de slang volstromen met water voordat u deze aansluit op de installatie.
Zo vermijdt u dat er lucht in de installatie komt.
Open de vulkraan van de cv-installatie door deze een kwartslag te draaien.
Open de waterkraan en wacht tot de druk in de cv-installatie voldoende is.
Sluit de waterkraan.
Nu kunt u de slang weer losmaken (let op het water wat in de slang zit).
De cv-installatie kan nu ontlucht worden.
Draai alle radiatorkranen open. Draai nu per radiator het ontluchtingsventieltje open en sluit deze weer zodra er water uit komt.
Steek de stekker van de cv-ketel weer in het stopcontact.
“Voor contante verkoop van onderdelen en installatiematerialen”